Blijvende, nieuwe en vertrokken bestuursleden tezamen. vlnr: Joost Wijers, Chris Wolff, Onno Koerten, Michel van Gent, Janny Beekhuis, Rob Sturm, Rianne Meester, Birgitta van der Touw en Han Noorlander

Op woensdag 13 maart 2019 heeft de Vereniging Oud Oegstgeest haar jaarvergadering gehouden, die door ongeveer 80 leden werd bijgewoond. Op het programma stond de bestuurswisseling van twee bestuursleden en na afloop een boeiende lezing van Margreet Wesseling over “De vier tuinen van Herman Boerhaave”.

Het belangrijkste onderdeel van de vergadering was de wisseling van twee bestuursleden. Voorzitter Rianne Meester en bestuurslid PR en ICT Chris Wolff hadden hun statutaire termijn van zes jaar bereikt en werden opgevolgd door respectievelijk Rob Sturm en Joost Wijers. In haar afscheidsspeech blikte Rianne Meester terug op zes jaar VOO. Er zijn veel zaken bereikt of tot stand gekomen. Naar buiten toe is op diverse punten invloed uitgeoefend op ontwikkelingen betreffende de ruimtelijke ordening in de Gemeente. Het belangrijkste onderwerp is daarbij op dit moment wellicht de ontwikkelingen van Endegeest en Overgeest, waarbij een en ander bereikt is maar verder nog heel veel te doen is. Naar binnen de vereniging geldt dat de gestage daling van het aantal leden, vooral vanwege veroudering, omgebogen is in een toename en dat het aantal leden dat in een commissie actief is binnen de Vereniging ook is toegenomen. Met het aantreden van de twee nieuwe bestuursleden is een verjonging van het bestuur gerealiseerd en de nieuwe voorzitter liet blijken in zijn intreetoespraak allerlei vernieuwende ideeen te hebben.

Spreker Margreet Wesseling

Margreet Wesseling hield daarna een boeiende lezing over ”De vier tuinen van Herman Boerhaave”. Die vierde tuin bleek niet onverwacht het landgoed Oud Poelgeest te zijn. Eigenlijk ging haar verhaal niet zozeer over zijn tuinen maar meer over Boerhaave zelf, die zij aan de hand van zijn omgang met planten, tuinen en zaaiboeken een gezicht wist te geven. Vaak met informatie die tot nu toe niet of weinig in de publiciteit is gekomen.

CW20190314