De Historische Vereniging Oegstgeest (VOO) is positief over de voorliggende Erfgoednota. Wel plaatsen we een aantal kanttekeningen. Zo roepen we de gemeente op om niet te blijven hangen in beleid. Een actief uitvoeringsprogramma is op zijn plaats. Daar hoort onverbrekelijk structurele capaciteit en budget binnen het gemeentelijk apparaat bij. Na diverse jaren zonder een duidelijk aanspreekpunt is er sinds dit voorjaar gelukkig wel een medewerker erfgoed & monumenten. Onze ervaring in de afgelopen maanden afgezet tegen de ambitie in de nota brengt ons tot de vaststelling dat een full-time medewerker voor erfgoed passend is. De nota noemt ten onrechte geen budget voor het vele werk dat wel geprogrammeerd wordt: uitvoering van onderzoek, toetsing van ideeën en toezicht. Deel 5 van de nota, m.n.§ 5.9 is ambitieus en mede daarom “een dagtaak”. Nog los van de tijd die gaat zitten in verplichte nummers zoals 5.1 en 5.2. Wij roepen op, de prioriteit te leggen bij het concretiseren en operationaliseren van 5.9 en niet te vluchten in meer notities en voornemens.
Tot het erfgoed op een hoger abstractieniveau rekenen wij ook de stedenbouwkundige lay-out van het oudere deel van het dorp, zichtbaar als de oudste buurtschappen die deels al bestonden voor het “dorp” en gemeente de huidige naam kregen. Vooral de Kerkbuurt, de Vijfhuizen en de Kwaak verdienen naar onze mening aparte status. We begrijpen dat deze als zodanig niet altijd makkelijk in het bestaande wettelijke instrumentarium zijn te passen. In de nieuwe erfgoedvisie zou wel aparte aandacht en beleid voor deze oudste stukken op zijn plaats zijn.
Dezelfde vraag zouden we willen stellen bij de wijken die zijn gerealiseerd in de jaren ’50? Denk aan de Grunerie. Zijn die inmiddels niet ook deel van het erfgoed en het stedenbouwkundig ontwerp? En hoort daar geen specifiek beleid voor te worden ontwikkeld, zoals een architectonische inventarisatie van de kwaliteit van bouwblokken?