Het Haarlemmermeer fungeerde als boezem, opslag voor het water uit de omringende polders. Droogmaking ervan betekende dat het water langs andere wegen moest worden afgevoerd. Eén van die wegen liep vanaf de Haarlemmertrekvaart door de Oegstgeester Vaart en de Rijnsburgse Vliet naar de uitwateringsluizen bij Katwijk. De capaciteit van deze afvoerweg was echter veel te klein. Daarom werd besloten de Vaart en de Vliet te kanaliseren en vanaf Rijnsburg een nieuw kanaal te graven naar de Rijn bij Katwijk.

In november 1842 vroeg A.N. Cornelissen vergunning om nog een ziederij op te richten. Het bleek te gaan om een uitbreiding van de bestaande zoutkeet, waarvan Cornelissen inmiddels eigenaar was geworden. Al snel werd de ziederij overgenomen door de firma Barnaard en Terwee, dezelfde Terwee die in 1853 burgemeester van Oegstgeest zou worden.

In 1844 klaagden de omwonenden bij de gemeente over rookoverlast. Uit de schoorsteen van de zoutkeet daalde een vette roetwalm neer op de huizen en moestuinen in de omgeving. De omwonenden wilden dat het bedrijf overschakelde op turf. Dat was volgens de zieders niet mogelijk. Maar na een interventie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, de verleners van de vergunning, werd toch overgestapt naar turf als brandstof. Een nadeel van turf was wel de vonkenregen die zo’n vuur verspreidde.

De familie Kortmann heeft het bedrijf van 1906-1938 geleid, waarna het bedrijf werd overgedragen aan N.V. De Leidsche Zoutkeet. De feitelijke zoutwinning was toen al beëindigd.

Het stukje Dorpsstraat van de Zoutkeetlaan tot de brug over de Pastoorswetering stond bekend als het Laagje, in de volksmond ’t Laachie. Die naam refereerde aan het feit dat de huizen daar lager stonden dan de weg. Dat was ook een gevolg van de aanleg van het Oegstgeesterkanaal. De brug daarover lag beduidend hoger dan het straatniveau en daarom moest de Dorpsstraat vanaf de Zoutkeetlaan in een helling naar de brug gelegd worden. In 1968 werden de panden van ‘t Laachie gesloopt.

Uitsnede uit een kaart van het Oegstgeesterkanaal uit 1842


Zoutzieders aan boord van een met zeezout beladen schuit in het Oegstgeesterkanaal, 1935


’t Laachie, gezien vanaf het Oegstgeesterkanaal, c. 1905, Digitaal Fotoarchief Oegstgeest, GO 1222

Verder lezen:

  • Canon van Oegstgeest, hs. 3 Water en wegen, Aanverwante zaken, Het Oegstgeester Kanaal, p.25-26.
  • Maria Fehmers-Schlatmann en Wout Koppers, Van woonhuis tot … Oegstgeest in heden en verleden,  in Over Oegstgeest, maart 1999, p. 7-8 en oktober 2000, p. 4-5.
  • G.D.M. Schwencke, Meer over de Zoutkeet in Oegstgeest, in Over Oegstgeest, oktober 2002, p. 6-8.
  • G.D.M. Schwencke, Uw straatnaam verklaard, Zoutkeetlaan, in Over Oegstgeest, april 2005, p. 19-20.