Nadat bij het beleg van Leiden in 1574 het Groene Kerkje goeddeels was verwoest, werd de katholieken van Oegstgeest – de helft van de bevolking – ook de toegang tot deze kerk ontzegd. Zij moesten voortaan hun geloof in stilte belijden, zonder dat het in de openbaarheid kwam. Pas honderd jaar later, in 1687, kregen zij de gelegenheid ver van de openbare weg een simpele boerenwoning te verbouwen tot een soort schuurkerkje. Weer honderd jaar later, in 1772, mocht dit bouwsel op dezelfde plek worden vervangen door een echte kerk met toren. Tijdens de bouw werd gekerkt in de boerderij Ora et Labora aan de Terweeweg. Het houten altaar dat in de toen gebouwde kerk stond en de marmeren communiebank, die vermoedelijk is geschonken door monseigneur van Wijkerslooth, zijn later overgebracht naar de huidige kerk. Tegen de kerk aan werd wat later de pastorie gebouwd, die er nu als rijksmonument nog steeds staat.

Opnieuw ruim een eeuw later, in 1901, werd de nu bestaande kerk in gebruik genomen. Het is een ontwerp van de architecten Jos. Th. J. Cuypers en Jan Stuyt. De Mariakapel werd in 1951 gebouwd, als vervulling van een in 1944 gedane belofte om een kapel ter ere van Maria te bouwen als de kerk gespaard zou blijven van het geweld van de Tweede Wereldoorlog.

Vanzelfsprekend herinnert de kerk van boven tot onder aan de stichter van de eerste Oegstgeester kerk, de Angelsaksische monnik Willibrord, die in 690 met elf of twaalf metgezellen hier het christelijk geloof kwam verkondigen.

De grootste klok in de toren is de ‘Willibrordus.’ Hij weegt meer dan een ton, is in 1943 door de Duitsers geroofd en in 1948 opnieuw gegoten. Op het tongewelf daaronder, boven het schip van de kerk, is de naam van Willibrord geschilderd naast die van de Noordwijkse heilige Jeroen. Daaronder, boven de doorgang naar de torenruimte, bevindt zich een muurschildering met diverse scènes uit het leven van de missionaris. Vlak daarbij is een beeld van Willibrord te vinden. Onder dit beeld tenslotte bevindt zich een reliekschrijn. Hierin wordt een klein deel van het skelet van de heilige bewaard. Het opschrift van de console waarop de schrijn staat, wil hieraan althans geen twijfel laten bestaan: ‘ex ossibus sancti Willibrordi conditoris parochiae nostrae,’ uit het gebeente van de heilige Willibrord, stichter van onze parochie.

Bloeiende verenigingen zoals de voetbalvereniging UDO, drumband De Wilbertdrummers en de padvinders mogen niet onvermeld blijven bij de Oegstgeester invulling van Het Rijke Roomse Leven.

Meer informatie is te vinden in:  L. Driessen, G.D.M. Schwencke, J.J. Thorn, E.J. Veldhuyzen, I.J.G.M. van Woerden, Willibrords Erven, 1250 jaar christendom in Oegstgeest, Oegstgeest 1989.