Voor de bouw van de Gruneriebuurt in het begin van de jaren vijftig bevond zich hier, tussen de Pastoorswetering en de Dorpsstraat, het land van bollenkweker Zeestraten. Op deze locatie zag men in het bollenland het landhuis De Grunerie liggen, nu aan het einde van de Van Cuycklaan rechts.

Eind 19e eeuw waren het in Oegstgeest voornamelijk groentekwekers die de bollenteelt erbij gingen doen vanwege de aantrekkelijke prijzen die de bollen konden opbrengen. De kalkrijke geestgrond was er zeer geschikt voor. In 1881 werden in Oegstgeest hyacinten, tulpen, krokussen en narcissen gekweekt. De groei hield aan tot aan de Eerste Wereldoorlog toen de export sterk afnam.

Een tweede welvarende periode voor de bollentelers was van 1920 tot aan de economische crisis in de jaren ’30. In die periode waren er ruim 120, voornamelijk kleine, bollenkwekers in Oegstgeest.

Door de aanleg van nieuwe wijken nam de beschikbare ruimte voor de bollenteelt af en verdwenen de bloembollen uit Oegstgeest. Ook de bollenschuren, herkenbaar aan hun rechthoekige vorm, raakten buiten gebruik en werden afgebroken of kregen een andere bestemming. Er zijn er nog vier, één aan de Dorpsstraat 79 en één achter de Dorpsstraat aan de Dahlialaan. Rijnsburgerweg 43a en Dorpsstraat 77-A zijn verbouwd tot woonhuizen.

Aanvullende informatie

De belangrijkste bollengronden lagen langs de Rhijngeesterstraatweg, langs de oostzijde van de Dorpsstraat, in de Oudenhofpolder, langs de Hofdijck, de Abtspoelweg, de Rijnzichtweg, de Rijnsburgerweg, in de Mors, de Elsgeestpolder en de Morsebelpolder.

Op de hoek van de Terweeweg en de Hofdijck staat ‘Huize Actea’, destijds de woning van Gerard Lubbe Thzn. Lubbe had hier begin 20e eeuw het zeer succesvolle narcissenras ‘Narcissus poeticus Actea’ veredeld en gekweekt. Er lagen grote velden van deze meermaals bekroonde Acteanarcissen in de Oudenhofpolder en langs de Hofdijck.